Een te kort tongriempje kan problemen geven bij het het voeden.
Een (te) kort tongriempje
Bij de normale ontwikkeling van een foetus hoort de groei van een stukje weefsel dat tongriem (frenulum) wordt genoemd. Dit verbindt de tong aan de bodem van de mond. We worden allemaal geboren met een tongriem, maar bij sommige baby’s is deze zo strak of kort dat deze de tong beperkt om naar behoren te kunnen bewegen.
Dit betekent dat het weefsel dat tijdens de embryonale ontwikkeling vooraan de tongpunt begint en langzaam moet verdwijnen, niet ver genoeg wordt afgebroken. Het weefsel blijft dan vooraan de tong zitten. Dit kan van invloed zijn op de vaardigheid van een baby om aan de borst te drinken. Soms lukt het een baby zelfs niet goed om uit een fles te drinken of op een fopspeen te zuigen. Tongriempjes worden te kort of te strak genoemd als de beweging van de tong bemoeilijkt wordt. Er zijn baby’s met een ogenschijnlijk kort tongriempje waar helemaal geen problemen mee ervaren worden. Elk geval moet op individuele basis worden beoordeeld.
Mogelijke symptomen in de kraamtijd
- Borstvoedingsproblemen
- Pijn tijdens en of na het voeden
- Blijvende pijnlijke/bloedende tepels
- Probemen bij het aanleggen
- Veelvuldig en langdurig voeden door ineffectief drinken
- Onrust bij de baby door frequent loslaten of weigeren
- Luidruchtig drinken met een klakkend geluid
- Het slordig drinken van de fles
- Stuwing
- Te weinig melk
- Vermoeidheid en frustratie bij moeder en kind
Mogelijke symptomen op latere leeftijd
- Problemen met articuleren
- Mondhygiëne
- Ijsjes likken
- Bespelen van blaasinstrumenten
- Tongzoenen
- Spleet tussen de tanden
- Sociaal en cosmetisch aspect
Het klieven (knippen) van een korte tongriem
Het is belangrijk om zeker te weten dat er sprake is van een te korte tongriem. Tijdens de controles in het kraambed kan de verloskundige deze diagnose stellen.
Een verloskundige of lactatiekundige is de aangewezen zorgverlener om goed in te schatten in hoeverre het te korte tongriempje de oorzaak is van eventuele borstvoedingsproblemen, of in welke mate er andere factoren, zoals bijvoorbeeld een verkeerde aanlegtechniek, een rol spelen. De verloskundige of lactatiekundige kan diverse opties met je bespreken en je begeleiden bij het uitproberen van mogelijke oplossingen. Zo kan het drinken misschien worden verbeterd zonder medische ingreep. Als eenmaal is vastgesteld dat het te korte tongriempje het effectieve drinken aan de borst belemmert, dan kan dit probleem door een eenvoudige ingreep snel opgelost worden. Hoe sneller er na de diagnosestelling wordt geknipt/gekliefd, hoe beter.
Mocht het nodig zijn om de te korte tongriem te laten klieven/knippen, dan zullen we jullie verwijzen naar de kinderarts en deze zal dan een verwijzing regelen naar de kaakchirurg.